07
juli
2006
|
02:00
Europe/Brussels

Design:Emotional drive – een auto die je niet onberoerd laat

Concepten een concrete vorm geven, is een opdracht waar elke designer steeds weer mee geconfronteerd wordt. Maar hoeveel opdrachten een designer ook krijgt, zijn werk wordt nooit routine. Mathematische formules en thermodynamische wetten, die bijvoorbeeld bij het ontwerp van een motor een grote rol spelen, zijn immers maar in beperkte mate bruikbaar om een concreet driedimensionaal product te creëren.
Een goede vormgeving of design moet de functie volgen. Maar dat houdt meer in dan alleen maar de mechanische functie. Het principe “vorm volgt functie” geldt ook voor het ongrijpbare aspect van de ‘emotional drive’.
Die weg die we moeten volgen om tot een uitstekend design te komen, valt niet te beschrijven. We kunnen hem alleen maar reconstrueren op basis van een afgewerkt product. Er zijn geen natuurwetten die ons kunnen helpen om tot een echt goed design te komen – anders zou elk ontwerp een klassieker worden. Een designer moet elke keer weer van een wit blad beginnen en alle mogelijkheden aftasten en onderzoeken. En hoe sterk een goede vormgever in zijn eigen producten en stijl mag geloven, toch knaagt er altijd wel enige twijfel of hij wel in zijn opdracht geslaagd is. Die twijfel verdwijnt pas wanneer algemeen erkend wordt dat het afgewerkte product alle belangrijke en relevante eigenschappen vertoont die ervan verwacht worden.
Op een goede vormgeving is nooit een duidelijke en afgeronde definitie te kleven. Dat is grotendeels te wijten aan het feit dat een product eerst in de perceptie van de mensen moet rijpen voor het echt als een goed design beschouwd kan worden. Wat meer is, een goed design komt pas volledig tot zijn recht wanneer het met zijn omgeving in overeenstemming is. Een klassieke stoel kan alleen maar klassiek zijn, als de andere meubels er rond ook iets van een voorbije periode uitstralen.
Dat verklaart waarom de mensen op straat meer naar de smart fortwo kijken dan naar gelijk welke andere auto. Met zijn frisse, opgewekte uiterlijk en zijn vriendelijke karakter springt hij uit de menigte naar voren en smeekt hij als het ware om bewonderd te worden.
Moet design mooi zijn? Moet design populair zijn? Mogen de meningen over design verschillen? En moet design echt altijd de functie volgen?
Goed design draait niet rond schoonheid. Een prettig design waarop men op het eerste gezicht verliefd wordt, vervalt al snel in banaliteit en universaliteit. En ja, de meningen over design mogen verschillen omdat het altijd beter is om sommige mensen tot enthousiasme en andere tot scepticisme te inspireren dan om gewoon een overheersend gevoel van “leukheid” in het leven te roepen. Als iets in de smaak van de meerderheid valt, betekent het dat het aan de gemiddelde smaak tegemoet komt. En dat impliceert middelmatigheid. Daarom is een goed design in het begin altijd controversieel.
Het is echter veel gemakkelijker om een goed design te herkennen, dan om uit te leggen waarom het zo goed is.
We weten meteen of we van iets houden. Maar wanneer ons gevraagd wordt waarom we ervan houden, moeten we toch altijd even nadenken. En om te antwoorden op de vraag hoe een goed design tot stand komt, vinden we amper woorden. Haast niemand kan voor de vuist weg met een antwoord op die vraag voor de proppen komen. Op een vormgever na misschien.
De principes van goed design
De grote filosoof Emmanuel Kant zei dat er “geen objectieve smaakregel kan zijn die definieert wat mooi is” – of mooi moet zijn. De ondankbare zoektocht naar een soort van definitie heeft echter wel een aantal basisprincipes opgeleverd:
• Een goed design doet ons goed voelen.
• Een goed design wordt prominenter dan de feitelijke functie van het voorwerp.
• Een goed design is stoutmoedig en breekt met conventies en met de traditionele manier om zaken te bekijken, zonder die volledig overboord te gooien.
• Een goed design respecteert de traditie.
• Een goed design toont de weg naar de toekomst.
• Een goed design maakt komaf met overbodige franjes om zich te concentreren op wat essentieel is.
• Een goed design is heel functioneel.
• Een goed design biedt een richting.
• Een goed design helpt om een sterk merk te creëren.
Het is verre van eenvoudig om zaken op zulk een manier vorm te geven. Zeker niet wanneer die 'zaken' niet zomaar consumptiegoederen zijn, maar een rol spelen in een ingrijpende, emotionele relatie.
Die aanpak wordt zelfs nog moeilijker wanneer men een product ontwerpt waarvan de vorm niet de essentie van het product is, maar wel het onderhuidse, hoogtechnologische karakter ervan duidelijk moet maken. Een klassieke stoel laat geen ruimte voor verborgen finesses en moet indruk maken met wat hij is en om wat hij is. Een auto daarentegen is iets heel anders. Daar wordt het design – dankzij de subtiele perceptie van de technische mogelijkheden die de auto belichaamt – een gebruikersinterface voor onze emoties en behoeften. Ons onderbewustzijn verwacht een foutloze technologie terwijl ons gevoel voor schoonheid overweldigd wil worden.
Dat waren de moeilijkheden waar de designers van de smart fortwo zich voor geplaatst zagen. Om in hun opdracht te slagen, moesten ze de formele principes die in de autodesign gewoonlijk gehanteerd worden, links laten liggen en de zaken op een compleet nieuwe manier aanpakken. Hun design moest bovendien een antwoord geven op specifieke sociale fenomenen: de oliecrisissen in de jaren 1970 en 1980 die voor de wereld het eerste signaal waren dat de natuurlijke grondstoffen niet oneindig zijn; en het succes van de auto en de groei van het privé-vervoer in het algemeen die tot een groeiende vervuiling en tot een tekort aan parkeerplaatsen in de steden leidden.
Die sociale evoluties inspireerden Mercedes-Benz al snel om zich af te vragen hoe een auto er zou moeten uitzien die met al die elementen rekening hield, zonder dat de bestuurders een stap terug zouden moeten zetten.
Het duurde niet lang om vast te leggen welke basiskenmerken zo een auto moest hebben: vier wielen, twee zitplaatsen, een motor, en een lengte van ongeveer 2,5 meter. Dat was in 1981. Er vonden gesprekken plaats, maar de voorstellen die daaruit naar voren kwamen, voldeden niet aan de strenge veiligheidsnormen van Mercedes-Benz. Er gingen tien jaar voorbij en het project werd telkens weer in de koelkast gestopt tot Mercedes-Benz Design in Sindelfingen er uiteindelijk in slaagde om, in samenwerking met het Advanced Design Center in de VS, vorm en functie op een manier te verzoenen die aan de strenge normen van het bedrijf voldeed. En die ook garandeerde dat de auto emotionele kracht uitstraalde.
Er werd een experimentele fabriek gebouwd waar volledig nieuwe procédés tijdens elke fase van het ontwikkelingsproces ingevoerd konden worden. Vanaf de eerste productspecificaties en productdoelstellingen zouden tijdens het hele ontwikkelingsproces telkens weer onconventionele ideeën de kop moeten opsteken. Ook de productieprocédés zouden op hun beurt volledig nieuw moeten zijn. Op die manier werd er niet alleen een nieuw autoconcept in het leven geroepen, maar kregen ook alle randvoorwaarden een nieuwe omschrijving.
Van meet af aan was de smart fortwo de ultieme uitdaging voor designers. Het was immers niet alleen de bedoeling om voor de dag te komen met een totaal nieuw en intelligent concept voor een individuele auto, maar om dat concept ook een concrete en duidelijke vorm mee te geven. De nieuwe auto zou een positieve nieuwsgierigheid moeten opwekken, maar mocht ook de bestaande manier om zaken te bekijken, niet volledig van de hand wijzen. Mensen moesten op een positieve wijze geraakt worden door die erg korte tweezitter, maar zouden hem tegelijk ernstig moeten kunnen nemen.
Hoewel er geen beperkingen op dit designproject stonden, en hoewel de ontwikkeling ervan aan geen enkele voorwaarde onderworpen was, moest het design van de smart fortwo toch een reeks van aspecten verzoenen die formeel niet te verenigen waren. Er moest iets volledig nieuws geboren worden uit de tegenstrijdige vereisten op het vlak van functie, esthetiek en veiligheid en dat nieuwe product moest een perfecte synthese vormen van talrijke thesissen en antithesissen.
In hun zoektocht naar de juiste aanpak voor de fortwo lieten de designers van smart zich door vier basisprincipes leiden:
• design roept joie de vivre in het leven,
• een smart wordt in de eerste plaats via zijn design ervaren,
• ondanks de kleine buitenafmetingen van de auto mag de veiligheid op geen enkele manier in het gedrang komen,
• de smart fortwo moest, hoe emotioneel hij ook mocht zijn, twee mensen mobiliteit en voldoende ruimte bieden.
Het was daarom zaak om een designgerichte stadsauto te creëren die niet alleen voldoende binnenruimte bood, maar ook aan de hoge veiligheidsvereisten van de klanten en (!) de veiligheidsfilosofie van het bedrijf tegemoet kwam.
De designers putten hun inspiratie uit alles wat het leven waard maakt om geleefd te worden, en dat leidde tot een aantrekkelijke en zelfs beminnelijke auto. Hun verbeelding werd in gang gezet door talrijke producten waar we elke dag mee te maken krijgen – mode, architectuur, meubels – en door de manieren waarop materialen gebruikt en gecombineerd worden. Maar ook door iconen uit de autogeschiedenis zoals de Citroen 2pk en de oorspronkelijke Mini.
Uiteindelijk mondde dat proces uit in het unieke carrosserieconcept van smart dat de weg voor compleet nieuwe mogelijkheden opende: bijv. het variabele kleurenconcept waarbij de eigenaar de kleur van de kunststof onderdelen van zijn auto kan wijzigen om de auto een nieuwe look te geven als hij dat nodig acht. In dit geval lieten de designers zich inspireren door de structurele verbindingen tussen metaal en kunststof op motorfietsen.
Designexperts zien de smart fortwo als een “geslaagd” design: hij heeft karakter, hij springt eruit in een menigte, hij is origineel. Dat was onder andere een van de redenen waarom de smart in de collectie van het New York Museum of Modern Art (MoMA) opgenomen is. Als een design dat de tijdsgeest van de jaren 1990 belichaamt? Een betere indicator dat het hier om een design gaat dat een echte klassieker wordt, is nauwelijks denkbaar!
De smart fortwo belichaamt alles wat een design goed maakt. De smart oogt praktisch, intelligent en eerlijk. Hij heeft een sterke emotionele aura die ons op een prettige en positieve manier raakt. Zijn karaktervolle esthetica spreekt voor zich. Zijn compacte uiterlijk, dat nog kracht bijgezet wordt door overhangen die zo klein zijn dat ze nauwelijks opvallen, roept een uitnodigend, modern en fris gevoel in het leven. En het kenmerkende tridion-uiterlijk van de veiligheidskooi laat er geen twijfel over bestaan dat dit een veilig concept is. Er is haast geen sprekender voorbeeld te vinden van het basisprincipe van de design, namelijk dat de vorm de functie moet volgen.
Nu, haast een decennium na de geboorte van de smart fortwo, staan de ontwerpers van smart voor de vraag wat de volgende stap in de ontwikkeling van deze auto, dit concept, dit unieke karakter moet zijn. Iets ontwikkelen betekent de sterke punten ervan behouden en het tegelijk in iets nieuws transformeren. Iets nieuws creëren zonder het originele en unieke karakter van een product aan te tasten – dat klinkt als een bijzonder moeilijke opdracht. En dat is ook zo: het is een erg moeilijke, maar haalbare opdracht. Het voorbeeld van Stuttgart Zuffenhausen maakt duidelijk dat die opdracht vervuld kan worden, met erg veel succes bovendien. Daarvoor is het nodig om het productidee met een grote gevoeligheid te behandelen en om de kenmerken die het product en zijn vorm bepalen, erg duidelijk te identificeren. Daarnaast zijn moed en een vooruitziende blik onontbeerlijk, terwijl ook de kleinste details grondig doorgepraat moeten worden. Tegelijk is het belangrijk om een grote stap terug van het product te zetten. Als het juiste evenwicht tussen nabijheid en afstand gevonden wordt – met andere woorden als de ontwerpers erin slagen om vanuit een extern standpunt een doordringende blik op het product te werpen – zal het resultaat een stoutmoedige opvolger van het originele product zijn met het DNA van zijn voorganger. Het wordt dan als een nieuw product herkend, maar tegelijk als een beproefd product aanvaard.