Brussel,
29
april
2020
|
09:30
Europe/Brussels

Pionier in elektromobiliteit: elektrische Mercedes-Benz 190 uit 1990

Samenvatting

· Primeur op de vakbeurs van Hannover in 1990

· Volwaardige vijfzitter met bewezen veiligheidsfeatures van Mercedes-Benz

· Praktijktests met tien geavanceerdere testauto’s in 1992 op Duitse eiland Rügen

Mercedes-Benz EQ staat synoniem voor elektrische auto’s die door het merk met de beroemde ster worden gebouwd. De auto’s zijn ontworpen op basis van de allerlaatste ontwikkelingen op het gebied van elektromotoren, elektronica en oplaadbare batterijsystemen, aangezien deze technologieën de afgelopen jaren een enorme vlucht hebben genomen. Een direct vergelijk met individuele experimenten op het gebied van elektromobiliteit uit het verleden is daarom lastig. Desondanks – of misschien wel juist daarom – levert een blik in de historie vele interessante verhalen op.

Eén ervan stamt uit 1990. In mei van dat jaar presenteerde Mercedes-Benz op het innovatiepaviljoen van de vakbeurs van Hannover een 190-variant (W 201) die was omgebouwd naar elektro-aandrijving. “Deze Mercedes 190 – die wat lengte en gewicht betreft het dichtst in de buurt komt van de vereisten voor een elektrische auto – is een ideale batterijtestauto. Het belangrijkste doel bij de ontwikkeling van dit model is het beoordelen van de functionele geschiktheid van alle onderdelen onder realistische omstandigheden, inclusief vibraties, acceleraties en temperatuurschommelingen die zich in dagelijkse situaties voordoen,” aldus de brochure die rond die tijd werd verstrekt.

Mobiel laboratorium voor praktijktests

De elektrisch aangedreven 190’s werden gebruikt om verschillende rijsettings en batterijsystemen te testen. De geteste energieopslagsystemen waren hoofdzakelijk krachtige natrium-nikkelchloride- of natrium-zwavelbatterijen, die een aanzienlijk hogere energiedichtheid hadden dan de klassieke loodbatterijen. De bedrijfstemperatuur van beide systemen lag echter rond de 300 graden Celsius. De groep die de meeste interesse toonde op deze vakbeurs, waren vertegenwoordigers uit de industrie.

Een jaar later was dat wel anders, toen Mercedes-Benz in maart 1991 een verder doorontwikkelde auto onthulde op de internationaal georiënteerde autosalon van Genève. De persmap beschreef de 190 met elektroaandrijving gedetailleerd, en haalde twee belangrijke voordelen aan: “De auto is nog steeds een volwaardige vijfzitter met een nagenoeg ongewijzigde interieurruimte inclusief de bewezen veiligheidsfeatures van Mercedes-Benz.” Elk van de beide achterwielen van de auto die in Genève debuteerde, was voorzien van zijn eigen DC-motor die via permanente magneten van energie werd voorzien. Allebei hadden ze een piekvermogen van 16 kW (22 pk), zodat het totale vermogen uitkwam op 32 kW (44 pk). De energie zelf was afkomstig uit een natrium-nikkelchloridebatterij, waarbij regeneratief remmen energie tijdens het afremmen terugvoerde naar het batterijpakket. Een extra voordeel van het studiemodel was het uitbannen van zware mechanische componenten, zodat het extra gewicht ten opzichte van het serieproductiemodel met verbrandingsmotor slechts 200 kilogram bedroeg.

De aandacht voor elektrische auto’s werd rond die tijd aangewakkerd door een gewijzigde wetgeving in bijvoorbeeld Californië, die de introductie van emissievrije auto’s stimuleerde. Mercedes-Benz was niet de enige autofabrikant die zich op deze technologie focuste. Vanaf 1992 waren enkele van de resultaten te bewonderen aan de Duitse kust van de Baltische Zee. Op het eiland Rügen werd een grootschalige praktijktest uitgevoerd die tot 1996 voortduurde. De Duitse overheid steunde het project met een subsidie van DM 60 miljoen. Het doel van de studie was het testen van elektrische voertuigen en energiesystemen inclusief de bijbehorende batterijen in de dagelijkse praktijk. In totaal namen zestig personenauto’s en bestelbussen van diverse merken aan het project deel.

Mercedes-Benz stuurde onder andere tien W 201 limousinemodellen naar Rügen, die in Sindelfingen handmatig waren voorzien van aandrijfcomponenten in uiteenlopende elektromotor-batterijconfiguraties. Tijdens de praktijktests waren speciale, van zonnecollectoren voorziene oplaadstations beschikbaar om het milieuconcept op een consistente manier te testen, aangezien enkel uit hernieuwbare bronnen opgewekte energie kan worden beschouwd als geheel CO2-neutraal.

100.000 kilometer in een jaar met een elektrische testauto

De pionierende 190’s werden op het eiland Rügen door testdeelnemers gereden. Deze uiteenlopende testers – waaronder taxichauffeurs – gebruikten de auto’s onder normale, dagelijkse omstandigheden. Problemen deden zich nauwelijks voor; de W 201’s verrichtten hun werk onopvallend en betrouwbaar. Eén van de auto’s werd extra intensief gebruikt, en klokte zo’n 100.000 kilometer in een jaar tijd. “De resultaten gaven nieuwe inzichten in de levensduur van de batterij, het aantal ontlaad- en laadcycli, de actieradius, het energieverbruik en de betrouwbaarheid,” aldus de brochure van Mercedes-Benz. Het jaar erop paste Mercedes-Benz de elektrische aandrijftechnologie ook toe op andere personenauto’s.

De vraag blijft staan waarom elektrische auto’s pas nu een feit worden en niet toen al, op basis van de projecten uit die tijd. De levensduur van batterijen, het rijbereik, recycling, de laadinfrastructuur en autoprijzen zijn slechts enkele aspecten die in een persbericht van Mercedes-Benz uit het voorjaar van 1991 worden aangehaald als uitdagingen om e-mobiliteit naar het stadium van serieproductie te brengen. Veel van de antwoorden op deze vragen zijn vandaag-de-dag pas beschikbaar geworden, getuige de range aan hybridemodellen die door Mercedes-Benz en uiteraard het elektrische merk EQ wordt geleverd. Projecten als de 190 met zijn elektrische aandrijflijn hebben bijgedragen om deze antwoorden te kunnen geven. Alle kennis die door de specialisten in de jaren ’90 is vergaard, is verwerkt in de uitgebreide kennisbank voor auto-ontwikkeling waaruit engineers putten bij de ontwikkeling van de auto’s van nu. Bovendien zijn enkele van de engineers die aan de W 201’s met elektroaandrijving hebben gewerkt, nu nog steeds werkzaam op de afdeling waar de huidige elektrische auto’s worden ontwikkeld. Waarmee ze betrokken zijn bij de allernieuwste projecten. Deze innovatietrend kan zich maar in één richting ontwikkelen: voorwaarts, om zo de toekomst naar het heden te brengen.