Brussel,
23
maart
2020
|
08:48
Europe/Brussels

Mercedes-Benz C 111-II: 50e verjaardag van de première tijdens de Autosalon van Genève in 1970

Samenvatting

· Droomauto en experimenteel voertuig met wankelmotor met vier rotoren

· Geïntroduceerd tussen 12 en 22 maart 1970 tijdens de Autosalon van Genève

· Futuristisch, iconisch model viel erg in de smaak, maar ging niet in serieproductie

· In het voorjaar van 2020 zal een nieuw boek over de C 111 met insiderinformatie worden gepubliceerd.

Stuttgart. Fascinerend sportwagen-icoon en de favoriet van journalisten, laboratorium op wielen voor de ontwikkeling van de wankelmotor en het testen van nieuwe technologieën en, niet in de laatste plaats, een legendarische record verbrekende auto: de Mercedes-Benz C 111 is dit alles en nog veel meer. Het model uit de tweede ontwikkelingsfase, de C 111-II met M 950-F wankelmotor met vier rotoren (vier keer 602 cc inhoud) die een vermogen van 257 kW (350 pk) leverde, viert dit jaar een bijzonder jubileum.

Première: de supersportauto werd 50 jaar geleden geïntroduceerd tijdens de 40e Autosalon van Genève, tussen 12 en 22 maart 1970. De nieuwe, slechts 1120 millimeter hoge auto met vleugeldeuren en een wielbasis van 2620 millimeter was voorzien van een met glasvezelversterkte kunststof (GFRP) carrosserie die op het stalen onderstel is geschroefd. De topsnelheid bedroeg 300 km/h. Het blijft tot op de dag van vandaag een grote publiekstrekker: de Mercedes-Benz C 111-II die is uitgevoerd in de karakteristieke lakkleur ‘Weissherbst’ is een grote ster in de sectie Fascination of Technology van het Mercedes-Benz Museum.

Doorontwikkeling: de C 111-II werd ontwikkeld op basis van de C 111, die in de herfst van 1969 werd gepresenteerd. Een technische highlight is de wankelmotor met vier rotoren, een echte sportmotor. De ontwerpafdeling, onder leiding van Bruno Sacco en Josef Gallitzendörfer, ging in de zomer van 1969 aan de slag met het ontwerp. Ten opzichte van zijn voorganger hebben ze het zichtveld van de bestuurder verbeterd door de spatborden, het dak en de achterklep aan te passen. Ook de aerodynamica van het voertuig werd verbeterd: bij de meting in de windtunnel kwam naar voren dat de luchtweerstand van het voertuig met acht procent was verminderd ten opzichte van zijn voorganger. Het interieur van de C 111-II maakt indruk met een eigentijdse esthetiek. De droomauto onderstreept zijn geschiktheid voor dagelijks gebruik met onder andere de bagageruimte, die plek biedt aan één grote en twee kleine koffers uit de kofferset van Mercedes-Benz.

Droomauto: de C 111 is al vanaf het begin een uiterst bijzondere creatie. Het plan van de directie van het toenmalige Daimler-Benz AG pakte dan ook goed uit: de directieleden besloten op 20 mei 1969 dat de C 111 van 11 tot 21 september 1969 als droomauto aan het publiek zou worden getoond tijdens de Internationale Automobilausstellung (IAA) in Frankfurt am Main. Na zijn sensationele debuut werd de C 111 aan de wereld getoond tijdens tal van andere beurzen en tentoonstellingen: de Autosalon van Parijs, de London Motor Show (oktober 1969), de Autosalon van Turijn (oktober/november 1969), de Jochen Rindt Show in Wenen (november 1969) en Essen (december 1969), de Autosalon van Brussel (januari 1970) en de Chicago Auto Show (februari 1970) De geëvolueerde versie C 111-II beleefde vervolgens in maart 1970 in Genève zijn première.

Blanco cheques: rijke sportwagenliefhebbers waren bereid aanzienlijke bedragen te betalen voor een C 111. Zo bood een autoliefhebber in 1969 in Londen al aan om een half miljoen Duitse mark te betalen. In de daaropvolgende maanden werden zelfs blanco cheques naar het hoofdkantoor in Stuttgart gestuurd. De medewerkers van het merk maakten echter duidelijk dat dit experimentele voertuig niet te koop was. Al in het begin van zijn carrière was het model, dat later de C 111 (met de interne Mercedes-Benz aanduiding C 101) zou gaan heten, bedoeld voor een heel andere doelgroep: in 1963 werd er reeds nagedacht over een wankelmotor in een ‘kleine, betaalbare sportwagen’ die onder de ‘Pagode’ SL (W 113) zou worden gepositioneerd. Dit model werd in 1968 nader omschreven als een ‘kleine, sportieve auto’ zonder comfortfeatures die ook geschikt was voor de rallysport en was gericht op ‘jongeren’.

Rijervaring: vijftig jaar geleden konden de bezoekers in Genève niet alleen genieten van de C 111-II als pronkstuk van de expositie, maar ze konden hem ook in beweging zien. Mercedes-Benz nam ook twee van de in totaal vijf geplande experimentele voertuigen uit de tweede serie mee naar de Zwitserse stad. Het prototype met intern nummer 31, de eerste C 111-II, kon tijdens de persdemonstratie op 10 en 11 maart 1970 op Circuit de Monthoux bij Genève tijdens demonstratieritten worden ervaren.

Digitaal: de C 111 beschikte niet alleen over een futuristische vorm, het was ook de eerste auto ter wereld die volledig op de computer was ontworpen. Hiervoor maakten de ingenieurs gebruik van de ESEM-methode (elastostatische elementenmethode), een bij Mercedes-Benz ontwikkelde eindige elementenmethode (FEM). De digitale technologie maakte het zelfs mogelijk om dynamische belastingen te berekenen. Mercedes-Benz schat dat de ontwikkelingsperiode met deze methode ongeveer vier maanden is verkort. De interne documentairefilm ‘Das Auto, das aus dem Computer kam’ (de auto die uit de computer kwam) deed deze innovatie uit de doeken.

V8 in plaats van wankelmotor: in december 1970 werd een atmosferische 3,5-liter V8-motor ingebouwd in de C 111-II, die de plaats van de wankelmotor innam. Deze auto is inmiddels in bezit van Mercedes-Benz Classic; hiermee kan de rijdynamiek van de C 111 tot op de dag van vandaag worden ervaren. Het model trekt nog steeds de aandacht tijdens klassiekerevenementen. De C 111-II uit 1975 is eveneens een uniek model uit de eigen collectie: de vloeropbouw bestaat uit een sandwichconstructie met twee schalen van glasvezelversterkt kunsthars met een dikte van slechts enkele millimeters die een kernstructuur vormen op basis van polyurethaanschuim.

Boter en ski’s: ten opzichte van zijn voorganger beschikte de C 111-II over een aantal handige details. Dit was vooral een belangrijk aspect voor Rudolf Uhlenhaut, hoofd van de afdeling ontwikkeling van Mercedes-Benz personenauto’s. Naast de normale bagageruimte bood het voertuig ruimte voor één bagagestuk op de achterklep, dat met riemen werd vastgezet, en de mogelijkheid om ski’s te vervoeren. Uhlenhaut heeft op de C 111-II ook een praktijkgerichte ‘botertest’ laten uitvoeren: hierbij wordt snel gereden en wordt geprobeerd vast te stellen of een pakje boter dat in de kofferruimte is gelegd smelt als gevolg van de warmte van de verbrandingsmotor, ondanks de isolatie van de kofferruimte.

Een kleurrijke verschijning: tegenwoordig worden de C 111-II en zijn voorganger in de ogen van het grote publiek vooral geassocieerd met de oranje metallic lakkleur ‘Weissherbst’. Eind jaren zestig werd echter allereerst gedacht aan de lakkleur ‘Vermillion’, in combinatie met rallystreepjespatronen. In 1969 ging de C 111 in eerste instantie in première met een witte lak met speciale effecten en feloranje accenten, maar voor het debuut van de C 111-II in Genève 50 jaar geleden werd gekozen voor de karakteristieke kleur ‘Weissherbst’.

Record verbrekende auto: de ontwikkeling van een supersportwagen met wankelmotor werd bij Mercedes-Benz na de C 111-II en zijn afgeleide met kunststof vloer niet meer nagestreefd. De ster van de experimentele auto’s schittert echter nog steeds fel. Deze vormde de basis voor de zeer succesvolle, records verbrekende voertuigen C 111-II D (1976), C 111-III (1977) en C 111-IV (1979).

Vers van de pers: de publicatie ‘Mercedes-Benz C 111’ geeft nieuwe inzichten in de ontwikkeling van de droomauto en de record najagende voertuigen. Het boek wordt binnenkort gepubliceerd door uitgeverij Motorbuch Verlag Stuttgart. De publicatie is gebaseerd op diepgaand onderzoek en uitgebreide, gedetailleerde informatie en foto’s uit het Daimler AG-archief, waaronder veel nog niet eerder gepubliceerde foto’s die het gehele ontwikkelingsproces van dit fascinerende model voor het eerst documenteren.